Achtergrondrapport: Verantwoord inzetten van tijdelijke CO₂-verwijdering
De WKR is gevraagd in welke situaties de inzet van tijdelijke CO2-verwijdering verantwoord is. Het antwoord op deze vraag staat centraal in het achtergrondrapport ‘Verantwoord inzetten van tijdelijke CO2-verwijdering'.
Permanente en tijdelijke CO2-verwijdering
In juli 2024 publiceerde de WKR ‘De lucht klaren? Advies over uitgangspunten en beleid voor sturing op CO2-verwijdering uit de atmosfeer'. Volgens de raad zou het Nederlands CO2-verwijderingsbeleid alleen gericht moeten zijn op permanente CO2-verwijdering. De WKR adviseerde onder meer dat fossiele uitstoot van broeikasgassen en de uitstoot van broeikasgassen die lang in de atmosfeer blijven, alleen met permanente CO2-verwijdering gecompenseerd mogen worden, niet met tijdelijke. De raad adviseerde ook om tijdelijke CO2-verwijdering in Nederland wel te stimuleren, maar alleen als onderdeel van ander beleid.
Bij tijdelijke verwijdering kan de koolstof op een tijdschaal van decennia weer vrijkomen. Bij permanente CO2-verwijdering wordt de koolstof minstens eeuwenlang vastgelegd. Veel van de Nederlandse uitstoot is fossiel: deze koolstof is miljoenen jaren geleden vastgelegd en is dus nu weer in de atmosfeer gekomen. Deze fossiele uitstoot mag daarom alleen met permanente CO2-verwijdering worden gecompenseerd.
Een interdepartementale ambtelijke werkgroep die een Routekaart Koolstofverwijdering voorbereidt, heeft de WKR gevraagd in welke situaties de inzet van tijdelijke CO2-verwijdering verantwoord is. Het antwoord op deze vraag staat centraal in het achtergrondrapport ‘Verantwoord inzetten van tijdelijke CO2-verwijdering'.
Relevantie van CO2-verwijdering
Dit is een relevant onderwerp. Enerzijds wordt wereldwijd en in de Europese Unie zwaar gerekend op tijdelijke CO2-verwijdering om de opwarming van de aarde te beperken. Anderzijds draagt tijdelijke CO2-verwijdering een groot risico in zich op voortijdig vrijkomen van de CO2, mede veroorzaakt door diezelfde klimaatopwarming. Effecten van klimaatopwarming zijn bijvoorbeeld een toename van bosbranden en periodes van droogte en hitte waardoor bossen en bodems minder CO2 opnemen of zelfs CO2 gaan uitstoten.
De WKR concludeert onder meer dat tijdelijke CO2-verwijdering kan worden ingezet voor compensatie van de uitstoot van niet-fossiele CO2 en methaan dat afkomstig is uit biologische processen. Een voorwaarde daarbij is dat de CO2-verwijdering het opwarmend effect van die uitstoot op elk moment in de tijd neutraliseert.
Beslisboom Tijdelijke CO2-verwijdering
De WKR heeft op basis van wetenschappelijke inzichten en principes een beslisboom opgesteld die helpt om voor een specifieke uitstoot te bepalen of en op welke manier die in aanmerking komt voor compensatie.
Om de klimaatdoelen te halen is de inzet van tijdelijke CO2-verwijdering dus slechts voor een beperkt deel van de broeikasgasemissies verantwoord. Het rapport vestigt ook de aandacht op het feit dat de emissieboekhouding van landen wel toestaat dat fossiele uitstoot met tijdelijke CO2-verwijdering kan worden gecompenseerd. Deze mogelijkheid is niet in lijn met de eerdere aanbeveling van de WKR om fossiele uitstoot alleen met permanente CO2-verwijdering te compenseren.